VTV neus-maagsonde

1 december 2020 1 Door Jan-Willem

Deze week hadden we praktijkles VTV over neus-maagsondes en ik wilde eigenlijk wel weten hoe dat voelt voor een patiënt. Dan zit er maar één ding op: zelf proberen. Niet veel later zat ik met 55cm slang door mijn neus, keel en slokdarm tot in mijn maag.

Neus-maagsondes worden voor diverse doeleinden ingezet. In feite is het een directe verbinding via je neus met je maag. De slang kan je gebruiken om zaken naar binnen te krijgen, maar ook naar buiten.
Denk hierbij aan het geven van voeding en medicatie en andersom het leegpompen van je maag na het binnen krijgen van giftige stoffen of als je een volledig verstopte darm hebt en je maag dreigt over te lopen van maagsap.

Dat leegpompen is geen gek idee, maar waarom zou je nou een kunstmatige buis voor voeding gebruiken om te eten als je al een mooie slokdarm in je lijf hebt?
Denk bijvoorbeeld aan een tumor in de hals die de slokdarm dicht drukt, waardoor eten niet meer goed naar je maag komt, of een neurologische aandoening (hersenschade) waardoor je niet (goed) meer kan slikken.
Een ander, meer praktisch, voorbeeld is als je op de Intensive Care buiten bewustzijn aan de beademing ligt en daardoor überhaupt niet meer kan eten.

Redenen genoeg dus voor zo’n slang door je neus. Als het eenmaal zover is dat de arts aangeeft dat een sonde nodig is en de patiënt er na uitleg mee instemt, is het geen langdurig proces. Op basis van het doel kies je de juiste diameter van de sonde. Dit is onder andere afhankelijk van de consistentie van de toe te dienen voeding, maar ook voor het geven van actieve kool bij vergiftiging heb je een grotere diameter nodig.

De eerste stap bij de patiënt is meten hoe ver je de slang naar binnen moet voeren. Hiervoor houd je het uiteinde van de sonde net onder de onderste punt van het borstbeen en breng je deze via de oorlel tot de punt van de neus. Hier tel je 10 centimeter bij op en dan heb je de juiste lengte. Bij mij was dit 55 centimeter.

Vervolgens leg je de sonde even in lauwwarm water. De sonde wordt hierdoor iets soepeler en het water werkt als glijmiddel. Hierna duw je de sonde horizontaal over de bodem van de neusholte. Al vrij snel voel je de eerste weerstand, dit is de achterkant van de neusholte. Met een beetje draaien en tegelijkertijd duwen krijg je de sonde om de bocht naar beneden richting de keel.
Zodra de sonde achterin de keelholte aankomt laat je de patiënt slokjes water nemen via een rietje. Met de beweging van het slikken mee duw je de sonde steeds wat verder, totdat je de afgemeten lengte hebt ingebracht.

Om te kijken of de sonde goed is geplaatst, zuig je met een spuit wat maaginhoud op en bepaal je de Ph waarde. Op basis van de Ph waarde kan je bepalen of de sonde op de juiste plek zit.
Als dit goed zit, plak je de sonde met een pleister vast aan de neus, zodat deze er niet uit kan glijden en vervolgens kan je beginnen met hetgeen waarvoor je de sonde hebt ingebracht.

En hoe valt dat nou?
Ik moet zeggen dat bij mij het inbrengen vrij makkelijk ging. Dit kwam wellicht ook doordat ik het zelf deed. (vanwege Covid-19 mogen we niet op elkaar oefenen) Vervelender vond ik het gevoel toen hij er eenmaal in zat. Bij elke slikbeweging voel je hem zitten en als ik mijn mond wijd open deed had ik de neiging om te kokhalzen.
Natuurlijk treedt er gewenning op als de sonde langer blijft zitten, maar desondanks is het zeker niet de prettigste ervaring die ik mij kan voorstellen.

Ik vind het belangrijk om -waar mogelijk- alles wat je een patiënt ‘aan doet’, zelf ook te ondergaan. Je begrijpt beter wat je patiënt doormaakt en ik ben van mening dat je de patiënt dan ook beter kan begeleiden in het proces.